Nationaal Park De Groote Peel

De Groote Peel is een grotendeels afgegraven hoogveengebied op de grens van de Nederlandse provincies Limburg en Noord-Brabant.

De Groote Peel is een restant van de Peel, een gebied dat ooit een zeer ondoordringbaar gebied moet zijn geweest. De Groote Peel heeft een oppervlakte van ongeveer 15 km² en wordt voor wandelaars ontsloten door drie routes waaronder twee zogeheten knuppelpaden. Maar die tonen slechts een klein deel van deze wijde, eindeloze leegte. De Groote Peel wordt beschouwd als één van de vogelrijkste gebieden van West-Europa en in oktober/november wil het zelfs weleens gebeuren dat op doorreis zijnde kraanvogels hier even neerstrijken om op adem te komen. Geoorde futen zijn in Nederland eveneens een zeldzame verschijning, maar vanuit de vogelkijkhut aan de Meermansblaak laten ze zich hier, plassend en badderend in zilveren waaiers van water, regelmatig waarnemen.

Het water en de bodem van de plassen bevatten veel voedingsstoffen en door het warmere klimaat konden in het water waterplanten gaan groeien: riet, zegge en grote lisdodde. De waterplanten stierven af en vormden de eerste veenlagen op de bodem van de plassen: het laagveen. Als het laagveen het wateroppervlakte heeft bereikt en de plas dus is verland, verschijnt al gauw een broekbos in eerste instantie bestaande uit wilgen en elzen en later ook uit berken. Ook dit broekbos was veenvormend. De veenlaag werd dikker en dikker en begon boven het water uit te stijgen: een eerste aanzet tot de ontwikkeling van hoogveen. Planten en bomen kregen het steeds moeilijker om door al dat veen heen aan voedsel uit het water te komen, bovendien was de voedselvoorraad door de jaren heen al aardig opgebruikt.

Op dat moment kon veenmos gaan groeien. Een plantje dat alleen leeft van regenwater en zelf zoveel vocht kan vasthouden dat het in staat is boven de grondwaterspiegel uit te groeien . Veenmos sterft aan de onderkant af maar groeit bovenaan steeds door. De kletsnatte bovenkant sluit de afgestorven delen af van de lucht zodat er veen gevormd werd, laag op laag op laag. Het veenmos heeft duizenden jaren nodig gehad om tot een dik pakket hoogveen te komen. Het woekerde overal overheen, zelfs over de bomen waarvan de restanten nog steeds te zien zijn in De Groote Peel: de peelpuisten of het kienhout. Tussen het veenmos konden zich echte hoogveenplanten ontwikkelen zoals de Zonnedauw, Witte snavelbies, Eenarig Wollegras, Lavendel- Dop- en Struikheide en Veenbes.Toen men ontdekte dat het gedroogd hoogveen goed als brandstof bruikbaar was, heeft men eeuwenlang turf gestoken aan de rand van het moerassig gebied. Met grootschalige ontginning is men eind 19e eeuw begonnen.

Nationaal Park De Groote Peel - Vakantie in Limburg