Spreek je Limburgs dialect, dan ben je waarschijnlijk toongevoeliger

Limburgers staan bekend om hun zangerige spraak. Ze blijken ook erg goed in het horen van hele subtiele woordmelodieverschillen.

Het onderzoek van Stefanie Ramachers biedt inzicht in de verwerving van toonhoogteverschillen binnen woorden, een fenomeen genaamd lexicale toon. Het onderzoek gaat over het Limburgs, dat, in tegenstelling tot het Nederlands, gebruik maakt van lexicale toon.

Het Limburgse woord zeeve kan bijvoorbeeld ‘zeven’ (het getal) of ‘zeven’ (het werkwoord) betekenen, afhankelijk van de melodie (de toon) waarmee het woord wordt uitgesproken. Dat blijkt uit onderzoek van taalwetenschapper Stefanie Ramachers. Ze promoveert op 31 januari aan de Radboud Universiteit.

Spreek je Limburgs dialect, dan ben je waarschijnlijk toongevoeliger

Het Limburgs is een zogenoemde toontaal. In het Limburgs kan de melodie waarmee een woord wordt uitgesproken de betekenis veranderen. Dit fenomeen, genaamd lexicale toon, kent het standaard Nederlands niet en het geeft het Limburgs zijn kenmerkende zangerige klank. Het Limburgse woord zeeve kan bijvoorbeeld ‘zeven’ (het getal) of ‘zeven’ (het werkwoord) betekenen, afhankelijk van de melodie (de toon) waarmee het woord wordt uitgesproken.

Stefanie Ramachers over haar onderzoek tijdens Radboud Talks, een Engelstalige wedstrijd waarin onderzoekers in drie minuten hun onderzoek zo aantrekkelijk mogelijk presenteren. Ramachers won de juryprijs voor haar presentatie.

Alle Nederlandse baby’s even toongevoelig


Stefanie Ramachers deed promotieonderzoek naar de verwerving van deze toonhoogteverschillen binnen woorden in het Limburgs. Ze vergeleek baby’s van 6 tot 12 maanden oud die opgroeiden binnen een Limburgssprekend gezin met baby’s uit andere delen van Nederland. Uit Ramachers’ onderzoek blijkt verrassend genoeg dat Limburgse én Nederlandse baby’s dezelfde gevoeligheid voor toon hebben.

… maar Limburgers blijven toongevoeliger

Naar aanleiding van deze bevinding volgde een vervolgonderzoek bij volwassenen. Ramachers vergeleek Limburgers met niet-Limburgers door ze onzinwoorden met verschillende toonhoogtes te laten horen en ze keek hoe goed beide groepen de verschillen tussen die woorden konden horen. De Limburgse proefpersonen bleken aanmerkelijk beter dan Nederlanders. Ze waren ook heel goed in het horen van subtiele verschillen binnen één woordmelodie, in tegenstelling tot bijvoorbeeld sprekers van het Mandarijn Chinees, die met name uitblinken in het horen van verschillen tússen woordmelodieën. De Limburgers zijn dus nog toongevoeliger dan we al dachten.