Heerlen

Heerlen ligt in het zuidoosten van de Nederlands Limburg. Heerlen is de grootste gemeente in de Oostelijke Mijnstreek, en de tweede grootste stad (plaats) in Zuid-Limburg. Heerlen heeft bijna 90.000 inwoners 86.910 inwoners en is daarmee de vierde gemeente in grootte van Limburg, na Maastricht, Venlo en Sittard-Geleen. Heerlen maakt deel uit van het bestuurlijke samenwerkingsverband Parkstad Limburg, waar in totaal rond de 240.000 mensen wonen. Sedert 2006 heeft deze in oppervlakte relatief kleine stadsregio de bijzondere status van plusregio.

Geschiedenis van Heerlen
In de 19e eeuw was Heerlen een tamelijk geïsoleerd dorp. Hoofdmiddel van bestaan was de landbouw, goede aan- en afvoerwegen ontbraken. Wilde men met de trein reizen, dan moest men eerst te voet naar Simpelveld (aan de spoorlijn Aken – Maastricht) of Sittard (de spoorlijn Maastricht – Venlo) om daar de trein te nemen. Men kon ook met de postwagen gaan naar Valkenburg, Sittard of Aken. Pas in 1896 kwam de spoorlijn Sittard – Herzogenrath tot stand, welke werd aangelegd door de spoorwegbouwer Henri Sarolea, die later met de gebroeders Carl en Friedrich Honigmann de directie zou voeren van de Oranje-Nassaumijnen.

Die spoorlijn was dringend gewenst in verband met de exploitatie van steenkool. In 1894 was al begonnen met de aanleg van de Oranje-Nassaumijn I, 1899–1974, die vijf jaar later in productie ging. Op Heerlens grondgebied kwamen nog drie mijnen: de Oranje-Nassau III (1917–1973) te Heerlerheide, Oranje-Nassau IV (1927–1966) te Heksenberg en Staatsmijn Emma (1911–1973) in Treebeek (destijds grondgebied van de gemeente Heerlen). De bevolking nam in korte tijd explosief toe: van een dorpje met 6646 inwoners in 1900 tot een stad van 32.263 inwoners in 1930. Voor al deze mensen uit binnen- en buitenland moesten huizen, scholen, winkels en een ziekenhuis gebouwd worden, wegen worden aangelegd enzovoorts, en dat alles in zeer korte tijd. Het is daarom niet verwonderlijk dat nog maar weinig historische gebouwen bewaard zijn gebleven. In de grote verandering van dorp tot stad vond men ze niet meer passen in een modern stadsbeeld en dus werden ze gesloopt. Beeldbepalend voor Heerlen in de mijnbouwperiode was de hoogste schoorsteen bij een steenkolenmijn. Deze schoorsteen werd in de volksmond aangeduid als Lange Jan, en was van zeer grote afstand al zichtbaar.